donderdag 25 september 2014

Verloren dorpen

Toen we van een geslaagde vakantie aan de Gallicische kust op de terugweg waren, besloten we een toeristische tussenstop te maken. We volgden vanaf de snelweg de aanwijzingen en moesten parkeren op een strookje land op een heuvel. Er was verder helemaal niemand. We daalden langs een paadje af naar de rivier El Sil en daar was het: een tunnel dwars door de berg heen, zo’n tweeduizend jaar geleden door de Romeinen uit de rots gehakt om een lus van de rivier af te snijden. Een door het weer aangetast bord gaf de historische achtergronden. We klommen weer omhoog en besloten naar het nabijgelegen dorp Montefurado te gaan, omdat het er zo van een afstand spectaculair uitzag. Het was een vervallen Gallicisch dorpje met de karakteristieke huisjes met houten balkons, omgeven door de rechtopstaande resten van een berg die de Romeinen hadden weggespoeld om het goud te winnen. Medulas worden dergelijke goudmijnen hier genoemd.

Wat mij als Nederlander verwonderde was dat in heel Montefurado geen enkele bar te bekennen was. Geen restaurant. Helemaal niets geen horeca. Veel van de authentieke huizen waren half ingestort. We vroegen ons af hoelang het dorp nog zou bestaan. De dorpelingen die er nog waren zaten bij elkaar bij een uitkijkpunt met uitzicht over het dal. Ze riepen ons om er bij te komen. Een schitterende plek. We konden verderop de Romeinse tunnel zien. Terwijl we daar stonden te praten over het dorp, het verval, het gebrek aan toeristische faciliteiten, bedacht ik me hoe een dorp van zulke historische waarde er in Nederland uit zou zien: alle huizen piekfijn gerestaureerd met aangeharkte tuintjes ervoor, minstens twee snackbars, een pannenkoekenhuis, diverse cafés met terrassen, een kinderboerderij en overal bordjes van wandel en/of –fietsroutes.

In heel Spanje zijn er dergelijke dorpen die door de trek naar de steden leeg zijn gelopen en in verval zijn geraakt. Ook hier in El Bierzo zijn ze rijk ververtegenwoordigd, sommige op loop- of fietsafstand van Ponferrada. Het verval heeft ook zijn charme, dat moet gezegd worden. De houten balkons die elk moment in kunnen storten. De natuur die zich weer meester maakt van de ingestorte huizen. Maar het is ook triest. Het moeten vroeger redelijk welvarende dorpen zijn geweest, gezien de vele herenhuizen en de voor zulke dorpen onbegrijpelijk grote kerken.

Zelfs een middelgrote provinciestad als Ponferrada ontsnapt niet aan het verval. El Rañadero, het straatje dat van onze buurt naar het historische centrum omhoog klimt, zou met wat flinke opknapbeurten één van de mooiste straatjes van de regio kunnen zijn. Dat is nu zeker niet het geval. Overal graffiti. Dichtgespijkerde huizen. Bouwvallen. Open gaten. Een huis dat jaren geleden in de fik stond staat er nog steeds in half afgebrande staat met wat dranghekken er omheen.

Waarom wordt er niet meer werk gemaakt van stadsherstel en dorpsherstel? Op de één of andere manier is het geld de verkeerde kant opgegaan. Het conglomeraat van politici, banken en projectontwikkelaars had blijkbaar meer interesse in een enorm nieuwbouwproject als la Rosaleda dan in het wellicht wat duurdere restaureren van de oude stadskernen of dorpen in de omgeving. En da’s jammer. Nu staan er nog steeds veel gloednieuwe appartementen in de nieuwbouwwijk te koop, terwijl enkele kilometers verderop dorpen staan te verpauperen. Met een flinke investering in openbaar vervoer, wegen, fiets- en voetpaden en bekabeling zouden de dorpen prima leefbaar worden voor de moderne medemens. Daar hoeft het dorpsbeeld niet onder te lijden.

Overigens ben ik er tegen dat alle dorpen gerestaureerd worden. Een vervallen onbewoond dorp in de bergen, waar de wandelaar kan zien hoe de natuur geduldig het op de mens verloren terrein terugwint, stemt tot deemoedigheid. En dat kan soms geen kwaad.

Montefurado

Villanueva de Valdueza in El Bierzo


Geen opmerkingen:

Een reactie posten